Zelfreflectie…als basishouding van een moedige professional
‘Ja, ik evalueer altijd. Zo vraag ik mijzelf af welke zaken goed en welke niet goed zijn uitgevoerd. Ik probeer hiervan te leren en bij een volgende keer het ook echt anders te doen. Dat is mijn manier van zelfreflectie en leren’.
Bovenstaande schets was het antwoord op mijn vraag op welke manier(en) zelfreflectie wordt toegepast in de managementpraktijk van een hoger managementlid binnen zijn organisatie. Zelfreflectie wordt hier toegepast door te evalueren. Echter is het beoordelen van de situatie, het handelen en het resultaat wezenlijk anders dan zelfreflectie. Reflectie kent dus een gelaagdheid en diepte. Zo ook is de vraag wanneer reflectie effectief is van belang. In dit artikel geef ik een korte impressie van zelfreflectie. Naar mijn mening een wezenlijk onderdeel van moedig leiderschap.
Reflectie
Volgens Schön (1983) is systematische reflectie een essentieel onderdeel om als professional bewust te kunnen leren van ervaringen. Het gaat om het gestructureerd terugblikken op een ervaring teneinde daarvan te leren voor toekomstig handelen. Reflectie is daarmee van wezensbelang bij zelfgestuurd leren (individueel of in teams). Korthagen (1992) beschrijft de stappen in een systematisch reflectieproces. Hierbij is fase 5 weer de eerste fase van een nieuwe cyclus. Omdat er in de stappen 2 tot en met 4 iets nieuws bewust is gemaakt en tot gedragsalternatieven heeft geleid, is er intussen iets geleerd. De nieuwe cyclus is dus een kwalitatieve verbetering in vergelijking met de vorige. Vandaar dat we spreken van een spiraalmodel voor reflectie (Korthagen, 2000). Om dit model praktiserend in te zetten is vaak sprake van therapeutische of coachende benadering. In de volgende paragraaf wordt de reflectie ingezet op het ‘zelf’.
Zelfreflectie
In het ‘leerboek Psychotherapie (2009)’ hanteert Kees Kooiman in zijn bijdrage over ‘zelfreflectie en tegenoverdracht’ de volgende definitie van zelfreflectie ‘het bewust richten van de aandacht op het eigen psychisch beleven, zoals de eigen gevoelens, gedachten, verlangens, intenties en motieven’. Uitgaande van deze definitie is sprake van een bewust proces met aandacht voor het zelf. Een ware beschouwing van jezelf. Dit betekent dat zelfreflectie mogelijk is wanneer je naar jezelf kunt kijken. Lida Nijgh beschrijft in haar boek ‘leren reflecteren (2006)’ het volgende: ‘Observeren vraagt een neutrale en objectieve houding. Bij zelfreflectie gaat het niet zozeer om objectiviteit maar veel meer om het stilstaan bij wat er in jezelf leeft. Dit kan heel pijnlijk en moeilijk zijn. Het is vaak een worsteling waarin je heen en weer wordt geslingerd tussen het ene en het andere standpunt en tussen mogelijke tegenstrijdige gevoelens. Wanneer je het aandurft om dit zelfonderzoek aan te gaan leer je wie jij bent en waarom je op een bepaalde manier handelt’.
Zelfbewustzijn
In het voorgaande is uiteengezet dat zelfbewustzijn een directe relatie heeft met zelfreflectie. Zelfbewustzijn is zowel de beleving van wat er in iemands eigen geest en lichaam omgaat, als het besef van het eigen lichaam. Daniel Goleman (2004) definieert zelfbewustzijn als een voortdurende aandacht voor de innerlijke toestand en in dit zelfbeschouwende bewustzijn observeert en onderzoekt de geest de ervaring zelf, inclusief de emoties. Sommige psychoanalytici noemen dit het ‘observerende ego’. Volgens Goleman is zelfbewustzijn geen aandacht die zich door emoties laat meeslepen, te heftig reageert en uitvergroot wordt waargenomen. Het is eerder een neutrale modus die zelfs temidden van turbulente emoties het vermogen tot zelfbeschouwing bewaart. Zelfbewustzijn betekent dus in het kort het bewust zijn van zowel onze stemmingen als van onze gedachten over die stemmingen, aldus John Mayer, psycholoog aan de Universiteit van New Hampshire.
Een tweede toeschouwer op het balkon
Vanuit deze redenatie is zelfbewustzijn en zelfreflectie een precair proces. Je bent boos en je hebt boosheid. In het eerste geval word je handelen beïnvloed door de boosheid en in die boosheidtoestand biedt reflectie inzicht in je handelen vanuit boosheid. Hier is sprake van een soort tweede zelf, een toeschouwer die in staat is om met emotieloze nieuwsgierigheid het geploeter van zijn metgezel te bekijken (Styron in Goleman, 2004). Op basis hiervan is sprake van een meta-bewustzijnstroom die boven de hoofdstroom balanceert, zich bewust van wat er zich afspeelt, maar er niet door overspoeld of in verloren gaat. Dit inzicht sluit aan op het werk van Isaacs (1993) die opmerkt dat reflecteren het kijken naar het verleden is. Hij stelt, dat wij in plaats daarvan ‘proprioceptie’ nodig hebben: aandacht voor en leven in het huidige tijdperk. Reflecteren tijdens i.p.v. nadien. Eerder werd het ‘observerende ego’ geïntroduceerd. Heifetz (2009) heeft het in dit verband over: ‘getting on the balcony’ above ‘the dancefloor’ to depict what it means to gain the distanced perspective you need to see what is really happening. De fundamentele emotionele vaardigheid is volgens Goleman om het balkon op de dansvloer te hebben en tijdens het ervaren ook waar te nemen en voelen.
Literatuur
Goleman, D. (2004). Emotionele Intelligentie, emoties als sleutel tot succes. Amsterdam: Olympus
Isaacs, W.N. (1993). Taking flight, Dialogue, collective thinking, and organizational learning. Organizational Dynamics, winter, p. 24-39
Kooiman, K. (2009). Leerboek Psychotherapie. Utrecht: De Tijdboom.
Korthagen, F.A.J. (2000). Tijdschrift M&O, 2000, jaargang 54, nr. 3, pp. 36-52
Korthagen, F.A.J. (1992). Reflectie en de professionele ontwikkeling van leraren, Pedagogische Studiën, blz. 112-123
Van de Loo, E. (2010). Waarom leren gevaarlijk is. In: Management en Organisatie, nr. 4, p. 52-65.
Nijgh, L. (2006). Leren reflecteren, zelfreflectie voor sociaal agogische hulpverleners. Soest: uitgeverij Nelissen
Schön, D.A. (1983). The reflective practitioner, how professionals think in action. New York: Basic Books