Veranderkracht
Een goed ingevuld veranderproces geeft antwoordt op de vraag op welke wijze plannen worden omgezet in resultaten. De top van de organisatie is vaak goed in staat om richting (doel/idee) te bepalen, gevat in een ambitie of strategisch plan. Deze plannen worden vaak gecombineerd gepresenteerd met (meetbare) criteria waaraan het resultaat moet voldoen, te denken aan een lijstje van kritische prestatie indicatoren.
Deze twee perspectieven dienen juist als complementair te worden beschouwd. De idee is dat door het tot stand brengen van de verbindingen tussen plan en uitvoering en tussen ‘hard’ en ‘zacht’ een organisatie aan veranderkracht wint.
Binnen de praktijk van Dynamic Change wordt gebruik gemaakt van het Veranderkrachtmodel (uit onderzoek en praktijk van Steven ten Have). Dit praktijkmodel is een antwoordt om bovengenoemde verbindingen te leggen vanuit lemniscatisch denken, hetgeen gaat over dynamic: steeds terugkerende bewegingen (ritme), in plaats van lineaire lijnen (fasen).
Het veranderkrachtmodel is een product van doorontwikkeling van het PROMIIC-model welke volgens de wetten van evidence based is samengesteld, zie hier. Het veranderkrachtmodel gaat uit van vijf leidende slaagfactoren, te weten rationale, effect, focus, energie en verbinding. Deze vijf factoren zijn verbonden met vijf leidende vragen. Uitleg over de slaagfactoren, vragen en belangrijkste aspecten zijn onderaan deze pagina weergegeven. Het veranderkrachtmodel biedt houvast bij veranderen, maar vormt geen blauwdruk.
Peter F. Drucker (1994)
Het gaat in deze om het ‘waarom’ (het verhaal) van de verandering en wordt vaak naar de achtergrond gedrukt omdat er meer aandacht is voor ‘wat’ (veelal gevat in stevige PowerPoint platen) er gaat veranderen. Begrip, motivatie en inspiratie liggen hierin besloten.
Belangrijkste vraag : Wat is de beweegreden voor de verandering?
Belangrijke aspecten : context, veranderhistorie, aanleiding, missie, ambitie/noodzaak
Belangrijkste vraag : Wat is het (beoogde of mogelijke) effect van de verandering voor verschillende betrokkenen, op lange en korte termijn?
Belangrijke aspecten : interveniëren, gedragskaders, prestatie-indicatoren, resultaat, evalueren, monitoren en consolidatie
Focus ‘zet’ de systeemgrenzen waarbinnen de verandering plaatsvindt, zowel in beperkende alsook beschermende zin en is daarmee richtinggevend en kaderstellend voor het handelen in de organisatie.
Belangrijkste vraag : Hoe (en in welke mate) kunnen de formele en informele organisatie-inrichting en de gedragskaders vormgegeven worden om de verandering te faciliteren?
Belangrijke aspecten : strategie, structuur, processen, waarden, gedrag (point of reference)
Belangrijkste vraag : Hoe (en in welke mate) moeten en kunnen motivatie, kennis en vaardigheden, commitment en middelen op een zodanig niveau gebracht worden dat men de verandering kan en wil realiseren?
Belangrijke aspecten : leiderschap, verandervermogen, middelen
Belangrijkste vraag : Hoe (en in welke mate) kan verbinding in en sturing van het veranderproces vorm krijgen, rekeninghoudend met de status van de andere vier kernelementen?
Belangrijke aspecten : veranderdoelen, veranderstrategie, veranderaanpakken